zaterdag 23 januari 2016

Scenario's voor het Novalis College in 2030





























Scenario's voor het het onderwijs op het Novalis College in 2030.

De vereniging van Vrije Scholen heeft  een visiedocument op het vrijeschoolonderwijs in 2032 ontwikkeld en overhandigd aan Renee van Eijk van het Platform onderwijs 2032.

In deze visie staat voorop dat de Vrije Scholen een grote waarde hechten aan sociale intelligentie, creativiteit, persoonlijkheidsvorming en een solide cognitieve basis.
Er moet evenwichtig aandacht zijn voor de persoonlijkheidsvorming, de sociaal-emotionele- en de motorische ontwikkelingsaspecten.
De Vrije Scholen vinden het natuurlijk belangrijk dat leerlingen voorbereid zijn op de toekomstige arbeidsmarkt, maar daaraan gaat vooraf dat zij zijn voorbereid om een plaats in de samenleving te kunnen vormgeven.
Daarvoor is het ontwikkelen van het denken, voelen en willen het uitgangspunt van de keuzes die gemaakt moeten gaan worden in het onderwijs van de toekomst.

‘De brede benadering ten aanzien van de persoonsvorming van kinderen is een belangrijk aspect van eigentijds onderwijs en verdient structureel een centrale plaats in de dialoog over de essentie van ons onderwijs’. 

Het visiedocument beschrijft waar men voor staat en wat de vrijescholen willen voor het onderwijs van de toekomst maat men schrijft bewust niet voor Hoe dit onderwijs moet worden vormgegeven.

Staatssecretaris Sander Dekker stelt:
“Een kind dat vandaag voor het eerst naar school gaat, solliciteert in 2032 naar zijn eerste baan. Leert dit kind nú op school wat het dán nodig heeft om een vliegende start te maken?”

Dit uitgangspunt strookt niet met een van de belangrijkste kenmerken van het vrijeschoolonderwijs zoals Steiner het bedoelde.
Het uitgangspunt is niet; hoe past het kind straks in de bestaande maatschappij, maar: hoe kunnen wij de kinderen zo helpen in hun eigen ontwikkeling zodat zij in staat zijn de maatschappij te verrijken. 

 ‘De vraag is niet, wat de mens moet kunnen en weten teneinde zich in de bestaande sociale orde te kunnen voegen; maar wel, wat er in aanleg in de mens aanwezig is en in hem ontwikkeld kan worden. Pas dan kan de opgroeiende generatie de maatschappij steeds opnieuw met nieuwe krachten verrijken(Steiner, 1987).’ 

In zijn boek ‘Een kwestie van karakter’ (oorspronkelijke titel: ‘how children succeed’) van Paul Tough (2013) beschrijft hij dat niet het IQ bepalend is voor succes, maar juist de non-cognitieve vaardigheden zoals; doorzettingsvermogen, nieuwsgierigheid, zelfregulatie en optimisme veel beter voorspellers zijn voor succes. Zie ook het filmpje hieronder:



Ik kan me goed vinden in deze boodschap. Zelf merk ik dat onze leerlingen, vaak van autochtone, hoog opgeleide ouders, over beschermd worden en niet meer in staat zijn om te gaan met tegenslagen. Ze zijn steeds meer gefocust op het behalen van hoge cijfers en een zo hoog mogelijk diploma.
Een tendens die in het verleden van de vrije school veel minder aanwezig was. Maar met de verplichte invoering van examens, PTA’s profielen en sectoren een vlucht heeft genomen.
Een aanzienlijk aantal leerlingen is gestrest en overbelast doordat de school zelf in een spagaat zit tussen de exameneisen die gesteld zijn door de overheid en het vrijeschoolleerplan waarbij een breed en kunstzinnig aanbod van essentieel belang is voor de ontwikkeling van de leerling. Hierdoor ontstaat een overvol programma waarin de leerlingen, vooral in de bovenbouw, enorm lange dagen maken en vaak niet meer toekomen aan hun eigen hobby’s en passies.


Er wordt op dit moment op onze school nog geen sterke visie ontwikkeld en een keuze gemaakt hoe het onderwijs in de school vormgegeven wordt in 2030.
De huidige situatie, de spagaat waarin we zitten, maakt zichtbaar dat het uitstellen van het maken van hernieuwde visie op het onderwijs een risicofactor is voor de school. 

Ik probeer in mijn scenario’s een beeld te gaan vormen van het Novalis College in 2030.
De maatschappelijke trend en dus ook op het Novalis College een grote rol gaat spelen is de digitalisering van de maatschappij zoals omschreven wordt in het OECD rapport: Trends Shaping Education 2013 (OECD, 2013) . De drijvende krachten die hierbij een rol spelen zijn de ontwikkelingen van nieuwe technologieën die een andere didactische benadering in het onderwijs mogelijk maken.

‘ We shape our tools and thereafter our tools shape us’ (McLuhan, 1994) . 

Echter, deze trend vraagt ook om een andere beweging, aangezien de digitalisering van de maatschappij vraagt om andere vaardigheden.  Door technologie en digitalisering verandert de maatschappij van een industriële naar een kennis- en netwerksamenleving. In de toekomst gaat technologie een nog grotere rol spelen. 
De geglobaliseerde kenniseconomie vraagt om mensen die zelfredzaam zijn en zich sociaal verantwoordelijk voelen. Aandacht voor persoonlijke ontwikkeling dus, ontwikkelingsgericht onderwijs, wordt steeds meer een tegenhanger van het huidige onderwijs, welke de focus heeft op cognitieve ontwikkeling en een kwalificerende inhoud.
Meer en meer wordt onderschreven dat de ontwikkeling van het probleemoplossend vermogen, creativiteit, kritisch denken, sociale en culturele vaardigheden, samenwerken en ICT-geletterdheid de jonge mens vaardigheden aanreikt om te kunnen leven in de maatschappij van de toekomst. In het onderwijs worden deze non-cognitieve vaardigheden de 21st Century Skills genoemd (Voogt & Roblin, 2010).

“Frankly, it’s not about the technology, but it’s all about connectedness. Connectedness, which is the capacity to benefit from connectivity for personal, social, work or economic purposes, is having an impact on all areas of human activity.”  Lynda Hawe

Voor het Novalis College wil ik de drijvende kracht beschrijven als ontwikkelingsgerichtheid. Een term die beter aansluit bij het Vrije Schoolleerplan.
Op dit moment zijn we vooral in de bovenbouw steeds meer gericht op het behalen van diploma’s… maar de wens om weer, maar wellicht op een andere manier, ontwikkelingsgericht te werken is aan alle kanten hoorbaar en merkbaar.
Er bestaat binnen de vrije-schoolbeweging  ook een enorme zorg over en weerzin tegen de digitalisering van het onderwijs. Deze zorg is niet onterecht wanneer men onderzoeken leest zoals die van Manfred Spitzer  (2013) en  ook bij ons nu al zichtbaar is hoeveel jongeren niet meer met elkaar in gesprek gaan in de pauzes en na school, maar vooral met hun smartphones in een virtuele wereld bewegen. De échte wereld biedt de grootste bron van kennis, vaardigheden en mogelijkheden tot persoonsontwikkeling. Voor de Vrije Scholen, en dus ook het Novalis College is het vinden van een gezond evenwicht tussen de echte en digitale leeromgeving in ieder geval een grote uitdaging. Ik zou het streven naar een gezonde evenwicht ook willen adviseren aan alle vormen van onderwijs. 

Bronvermelding

McLuhan, M. (1994). Understanding media: The extensions of man: MIT press.
OECD. (2013). Trends Shaping Education 2013, (Vol. OECD Publishing). Paris: OECD Publishing.
Spitzer, M. (2013). Digitale dementie: hoe wij ons verstand kapotmaken: Atlas Contact.
Steiner, R. (1987). Opvoedkunst: methodisch-didactische aanwijzingen: Uitgeverij Christofoor.
Tough, P. (2013). How children succeed: Random House.
Voogt, J., & Roblin, N. P. (2010). 21st century skills. Discussienota. Zoetermeer: The Netherlands: Kennisnet.


Feedback van mijn collega Erwin Rodijk:
            Heel fijn om bevestigd te worden in het feit dat onderwijs niet gericht moet zijn op het heden of verleden, maar op de toekomst. Zelf geef ik geschiedenis en dit vak leert ook zaken uit het verleden, zodat leerlingen dit kunnen toepassen in hun eigen toekomst.
De nadruk leggen op het ontwikkelen van vaardigheden ipv kennis is een uitstekend voorbeeld van toekomstige behoeftes van de maatschappij. Een overdaad aan kennis kun je via de digitale weg overal en altijd oproepen. Een ontwikkeling van je attitude is een veel moeilijker proces en verdient onze primaire aandacht.
De gezonde balans tussen deze twee dragers van 'het onderwijzen' zal een langdurig proces zijn. De spagaat zal hierin een onvermijdelijke fase zijn, maar de juiste ontwikkelingsgerichtheid en het ontwikkelen van een kernvisie zal hierbij van doorslaggevend belang zijn.
Interessante zienswijze in deze blog, die ik zeker ondersteun.
Met vriendelijke groeten,

Erwin Rodijk, docent geschiedenis Novalis College


1 opmerking:

  1. Hoi Danielle, mooie verkenning vanuit de context van de Vrije School. Het spanningsveld waarin de vrije school zich in het huidige beleidsveld bevindt wordt duidelijk. Minder duidelijk wordt hoe de Vrije School zich (wil) verhouden tot maatschappelijke ontwikkelingen, wat vraagt een kennissamenleving bv van de vorming van leerlingen? In hoeverre is communicatie via digitale media een ontwikkelkans of een bedreiging? Food for thought dus. Je kiest als krachten de nieuwe media en ontwikkelingsgerichtheid, wat vanuit de context van de vrije school een logische keuze is. De uitwerking van die krachten in extremen wordt me nog niet zo duidelijk. Hoe ziet de vrije school er uit wanneer de nieuwe media ook hier een vlucht nemen? In hoeverre raakt dat de maatschappelijke opdracht van de school? In quest 2 zou je dat verder kunnen uitdiepen. De insteek vanuit de non-cognitieve vaardigheden (mooi dat je deze ook toelicht, als is het in het kort) zou je verder kunnen uitwerken in relatie tot de twee drijvende krachten. Daarbij zou je o.a. ook Biesta kunnen gebruiken om deze vaardigheden te plaatsen in het kader van de functie van het onderwijs (en de maatschappelijke opdracht). Groetjes, Henderijn

    BeantwoordenVerwijderen

Reacties zijn van harte welkom!