Scenario's voor het het onderwijs op het Novalis College in 2030.
De vereniging van Vrije Scholen heeft een visiedocument
op het vrijeschoolonderwijs in 2032 ontwikkeld en overhandigd aan Renee van
Eijk van het Platform onderwijs 2032.
In deze visie staat voorop dat de Vrije Scholen een grote
waarde hechten aan sociale intelligentie, creativiteit, persoonlijkheidsvorming
en een solide cognitieve basis.
Er moet evenwichtig aandacht zijn voor de
persoonlijkheidsvorming, de sociaal-emotionele- en de motorische
ontwikkelingsaspecten.
De Vrije Scholen vinden het natuurlijk belangrijk dat
leerlingen voorbereid zijn op de toekomstige arbeidsmarkt, maar daaraan gaat
vooraf dat zij zijn voorbereid om een plaats in de samenleving te kunnen
vormgeven.
Daarvoor is het ontwikkelen van het denken, voelen en willen
het uitgangspunt van de keuzes die gemaakt moeten gaan worden in het onderwijs
van de toekomst.
‘De brede benadering ten aanzien van de persoonsvorming van
kinderen is een belangrijk aspect van eigentijds onderwijs en verdient
structureel een centrale plaats in de dialoog over de essentie van ons
onderwijs’.
Het visiedocument beschrijft waar men voor staat en wat de
vrijescholen willen voor het onderwijs van de toekomst maat men schrijft bewust
niet voor Hoe dit onderwijs moet worden vormgegeven.
Staatssecretaris Sander Dekker stelt:
“Een kind dat vandaag voor het eerst naar school gaat,
solliciteert in 2032 naar zijn eerste baan. Leert dit kind nú op school wat het
dán nodig heeft om een vliegende start te maken?”
Dit uitgangspunt strookt niet met een van de belangrijkste
kenmerken van het vrijeschoolonderwijs zoals Steiner het bedoelde.
Het uitgangspunt is niet; hoe past het kind straks in de
bestaande maatschappij, maar: hoe kunnen wij de kinderen zo helpen in hun eigen
ontwikkeling zodat zij in staat zijn de maatschappij te verrijken.
‘De vraag is niet,
wat de mens moet kunnen en weten teneinde zich in de bestaande sociale orde te
kunnen voegen; maar wel, wat er in aanleg in de mens aanwezig is en in hem
ontwikkeld kan worden. Pas dan kan de opgroeiende generatie de maatschappij
steeds opnieuw met nieuwe krachten verrijken(Steiner, 1987).’
In zijn boek ‘Een kwestie van karakter’ (oorspronkelijke
titel: ‘how children succeed’) van Paul Tough (2013) beschrijft hij dat niet het IQ
bepalend is voor succes, maar juist de non-cognitieve vaardigheden zoals;
doorzettingsvermogen, nieuwsgierigheid, zelfregulatie en optimisme veel beter
voorspellers zijn voor succes. Zie ook het filmpje hieronder:
Ik kan me goed vinden in deze boodschap. Zelf merk ik dat
onze leerlingen, vaak van autochtone, hoog opgeleide ouders, over beschermd
worden en niet meer in staat zijn om te gaan met tegenslagen. Ze zijn steeds
meer gefocust op het behalen van hoge cijfers en een zo hoog mogelijk diploma.
Een tendens die in het verleden van de vrije school veel
minder aanwezig was. Maar met de verplichte invoering van examens, PTA’s profielen
en sectoren een vlucht heeft genomen.
Een aanzienlijk aantal leerlingen is gestrest en overbelast
doordat de school zelf in een spagaat zit tussen de exameneisen die gesteld
zijn door de overheid en het vrijeschoolleerplan waarbij een breed en kunstzinnig
aanbod van essentieel belang is voor de ontwikkeling van de leerling. Hierdoor
ontstaat een overvol programma waarin de leerlingen, vooral in de bovenbouw,
enorm lange dagen maken en vaak niet meer toekomen aan hun eigen hobby’s en
passies.
Er wordt op dit moment op onze school nog geen sterke visie ontwikkeld en een keuze gemaakt hoe het onderwijs in de school vormgegeven wordt in 2030.
De huidige situatie, de spagaat waarin we zitten, maakt zichtbaar dat het uitstellen van
het maken van hernieuwde visie op het onderwijs een risicofactor is voor de
school.
Ik probeer in mijn scenario’s een beeld te gaan vormen van het
Novalis College in 2030.
De maatschappelijke trend en dus ook op het Novalis College
een grote rol gaat spelen is de digitalisering van de maatschappij zoals
omschreven wordt in het OECD rapport: Trends Shaping Education 2013 (OECD, 2013)
. De drijvende krachten die hierbij een rol spelen zijn de ontwikkelingen van
nieuwe technologieën die een andere didactische benadering in het onderwijs
mogelijk maken.
‘ We shape our tools and thereafter our tools shape us’ (McLuhan, 1994) .
Echter, deze trend vraagt ook om een andere beweging,
aangezien de digitalisering van de maatschappij vraagt om andere
vaardigheden. Door technologie en
digitalisering verandert de maatschappij van een industriële naar een kennis- en
netwerksamenleving. In de toekomst gaat technologie een nog grotere rol spelen.
De geglobaliseerde kenniseconomie vraagt om mensen die
zelfredzaam zijn en zich sociaal verantwoordelijk voelen. Aandacht voor
persoonlijke ontwikkeling dus, ontwikkelingsgericht onderwijs, wordt steeds
meer een tegenhanger van het huidige onderwijs, welke de focus heeft op
cognitieve ontwikkeling en een kwalificerende inhoud.
Meer en meer wordt onderschreven dat de ontwikkeling van het
probleemoplossend vermogen, creativiteit, kritisch denken, sociale en culturele
vaardigheden, samenwerken en ICT-geletterdheid de jonge mens vaardigheden
aanreikt om te kunnen leven in de maatschappij van de toekomst. In het
onderwijs worden deze non-cognitieve vaardigheden de 21st Century Skills genoemd
(Voogt & Roblin,
2010).
“Frankly,
it’s not about the technology, but it’s all about connectedness. Connectedness,
which is the capacity to benefit from connectivity for personal, social, work
or economic purposes, is having an impact on all areas of human activity.” Lynda Hawe
Voor het Novalis College wil ik de drijvende kracht
beschrijven als ontwikkelingsgerichtheid. Een term die beter aansluit bij het
Vrije Schoolleerplan.
Op dit moment zijn we vooral in de bovenbouw steeds meer
gericht op het behalen van diploma’s… maar de wens om weer, maar wellicht op
een andere manier, ontwikkelingsgericht te werken is aan alle kanten hoorbaar
en merkbaar.
Er bestaat binnen de vrije-schoolbeweging ook een enorme zorg over en weerzin tegen de digitalisering van het onderwijs. Deze zorg is niet onterecht wanneer
men onderzoeken leest zoals die van Manfred Spitzer (2013)
en ook bij ons nu al zichtbaar is hoeveel jongeren niet
meer met elkaar in gesprek gaan in de pauzes en na school, maar vooral met hun smartphones in een
virtuele wereld bewegen. De échte wereld biedt de grootste bron van kennis,
vaardigheden en mogelijkheden tot persoonsontwikkeling. Voor de Vrije Scholen, en dus ook het
Novalis College is het vinden van een gezond evenwicht tussen de echte en digitale
leeromgeving in ieder geval een grote uitdaging. Ik zou het streven naar een gezonde evenwicht ook willen adviseren aan alle vormen van onderwijs.
Bronvermelding
McLuhan, M. (1994). Understanding media: The extensions of man: MIT press.
OECD. (2013). Trends
Shaping Education 2013, (Vol. OECD Publishing). Paris: OECD Publishing.
Spitzer, M. (2013). Digitale dementie: hoe wij ons verstand kapotmaken: Atlas Contact.
Steiner, R. (1987). Opvoedkunst: methodisch-didactische aanwijzingen: Uitgeverij
Christofoor.
Tough, P. (2013). How
children succeed: Random House.
Voogt, J., & Roblin, N. P. (2010). 21st century
skills. Discussienota. Zoetermeer: The
Netherlands: Kennisnet.
Feedback van mijn collega Erwin Rodijk:
Feedback van mijn collega Erwin Rodijk:
Heel fijn om bevestigd te worden in het feit dat onderwijs niet gericht moet zijn op het heden of verleden, maar op de toekomst. Zelf geef ik geschiedenis en dit vak leert ook zaken uit het verleden, zodat leerlingen dit kunnen toepassen in hun eigen toekomst.
De nadruk leggen op het ontwikkelen van vaardigheden ipv kennis is een uitstekend voorbeeld van toekomstige behoeftes van de maatschappij. Een overdaad aan kennis kun je via de digitale weg overal en altijd oproepen. Een ontwikkeling van je attitude is een veel moeilijker proces en verdient onze primaire aandacht.
De gezonde balans tussen deze twee dragers van 'het onderwijzen' zal een langdurig proces zijn. De spagaat zal hierin een onvermijdelijke fase zijn, maar de juiste ontwikkelingsgerichtheid en het ontwikkelen van een kernvisie zal hierbij van doorslaggevend belang zijn.
Interessante zienswijze in deze blog, die ik zeker ondersteun.
De nadruk leggen op het ontwikkelen van vaardigheden ipv kennis is een uitstekend voorbeeld van toekomstige behoeftes van de maatschappij. Een overdaad aan kennis kun je via de digitale weg overal en altijd oproepen. Een ontwikkeling van je attitude is een veel moeilijker proces en verdient onze primaire aandacht.
De gezonde balans tussen deze twee dragers van 'het onderwijzen' zal een langdurig proces zijn. De spagaat zal hierin een onvermijdelijke fase zijn, maar de juiste ontwikkelingsgerichtheid en het ontwikkelen van een kernvisie zal hierbij van doorslaggevend belang zijn.
Interessante zienswijze in deze blog, die ik zeker ondersteun.
Met vriendelijke groeten,
Erwin Rodijk, docent geschiedenis Novalis College
Hoi Danielle, mooie verkenning vanuit de context van de Vrije School. Het spanningsveld waarin de vrije school zich in het huidige beleidsveld bevindt wordt duidelijk. Minder duidelijk wordt hoe de Vrije School zich (wil) verhouden tot maatschappelijke ontwikkelingen, wat vraagt een kennissamenleving bv van de vorming van leerlingen? In hoeverre is communicatie via digitale media een ontwikkelkans of een bedreiging? Food for thought dus. Je kiest als krachten de nieuwe media en ontwikkelingsgerichtheid, wat vanuit de context van de vrije school een logische keuze is. De uitwerking van die krachten in extremen wordt me nog niet zo duidelijk. Hoe ziet de vrije school er uit wanneer de nieuwe media ook hier een vlucht nemen? In hoeverre raakt dat de maatschappelijke opdracht van de school? In quest 2 zou je dat verder kunnen uitdiepen. De insteek vanuit de non-cognitieve vaardigheden (mooi dat je deze ook toelicht, als is het in het kort) zou je verder kunnen uitwerken in relatie tot de twee drijvende krachten. Daarbij zou je o.a. ook Biesta kunnen gebruiken om deze vaardigheden te plaatsen in het kader van de functie van het onderwijs (en de maatschappelijke opdracht). Groetjes, Henderijn
BeantwoordenVerwijderen