woensdag 1 april 2015

Differentiatie in het onderwijs: Instructional design WVTTK-model

We zijn met ons ontwerpbureau WVTTK aan de slag gegaan met de opdracht om een Instructional designmodel te maken waarmee differentiatie in het onderwijs mogelijk wordt gemaakt.

Het uitgangspunt voor ons idee was het concrete verhaal van Ester.  Haar zoon is, sinds hij een profielkeuze voor het komende jaar heeft gemaakt, niet meer gemotiveerd voor het vak Frans. Hij moet het vak dit jaar nog wel volgen omdat het wel meetelt voor de overgang naar 4H. Daarvoor zal hij verschillende onderdelen, zoals luister- en spreekvaardigheid nog moeten behalen, terwijl zijn klasgenoten die het vak wel kiezen in de tweede fase het vak daarnaast ook spelling en grammatica moeten begrijpen en toepassen.

We zijn daardoor op een model gekomen dat is gebaseerd op differentiatie op uitstroomniveau.

Ons Model heet het WVTTK-model:
W = WAT willen/moeten de lerende leren
V = VERSCHILLENDE perspectieven van de leren
T = TOEKOMST perspectieven van de lerenden zijn input
T = TRAPMODEL gebruiken om doelen te bepalen. Sky is the limit, maar er is een minimum leerdoel door de docent / overheid opgesteld. Er zijn rubrics ter beoordeling.
K = KEUZE voor wat geleerd gaat worden en hoe dit kan worden aangeboden. Denk aan differentiatie in het programma , inzet van leermiddelen, opdrachten, beoordelingsmomenten etc.

Dit model past goed bij PGO in combinatie met blended learning.

De leerlingen krijgen een opdracht die op verschillende niveaus afgerond kan worden.
Doordat de leerling daar een eigen keuze in heeft, de autonomie hierin gestimuleerd wordt en de leerling op het eigen niveau kan werken of zichzelf kan uitdagen om tot een hoger niveau te komen, wordt de motivatie geprikkeld.

Na een heel brainstorm-proces waarbij alle leden van de groep hun eigen kwaliteiten hebben ingezet kwamen we tot een heel mooi model.












In dit model kan de leerling, die het vak laat vallen, met behulp van een rubric die bij de opdracht is gemaakt, een opdracht voltooien. De leerling kan op basisniveau werken, dit is gevisualiseerd met de kleinste lemniscaat, waarbij het centrum de start is en ook weer de reflectie op het werk. Maar de leerling kan  ervaren dat hij best een niveau hoger aankan en vervolgt dan zijn weg in op een hoger niveau. De leerling die een hoger uitstroomniveau moet behalen zal daar zeker naartoe moeten werken. Een grotere lus vertegenwoordigd een hoger niveau.

Hieronder een impressie van de brainstormsessie.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reacties zijn van harte welkom!