Toelichting op enkele organisatorische aspecten van
deze analyse
Het aspect Non-cognitie past
zeer goed bij de holistische uitgangspunten van de school. Het onderwijs gaat
uit van de totale ontwikkeling (hart, hoofd en handen) van het kind en hen te
steunen en stimuleren in hun ontwikkeling tot vrije en moreel verantwoordelijke
individuen die bekwaam zijn en vaardig om hun idealen na te streven. Een harmonieuze
persoonlijkheidsvorming is datgene wat de vrijescholen van oudsher nastreven.
Ook het leren in verbondenheid
met de buitenwereld en het streven naar duurzaamheid, zowel t.a.v. het leren
als de ontwikkeling van de maatschappij hierin staat centraal.
In dit scenario is de
organisatie content dat de Centrale Examens zijn afgeschaft. De integrale
ontwikkeling van het kind stond altijd al voorop en en de invoering van de
examens heeft het vrijeschoolonderwijs destijds geen goed gedaan. Het lerarenteam
van de school juicht deze ontwikkeling daarom toe.
De school gaat ervan uit dat leren
een creatief proces is en de leerstof een middel is, geen doel op zich. Bij de
invoering van het projectmatig onderwijs moeten we er dan ook voor waken dat
dit principe gehandhaafd blijft. Dat we de leerlingen niet inzetten voor een
project omdat de maatschappij de leerlingen in die richting nodig heeft, maar
dat de leerling zich ontwikkelt aan het project, en dat de leerling hierdoor
zich vormt voor de maatschappij van de toekomst.
Het onderwijs gaat uit van de
persoonlijke ontwikkeling van leerlingen, maar wel samen in de samenleving. We
moeten ervoor waken dat we in verbinding blijven met elkaar, de pedagogische
driehoek gewaarborgd is, maar ook de verbondenheid tussen leerlingen onderling een
plaats blijft houden door het handhaven van mentorklassen en gezamenlijke
activiteiten (N.N., 2015).
Er zal een grote stap gezet
moeten worden van het traditionele vrijeschoolleerplan naar project-gestuurd
onderwijs. Het het curriculum zal zodanig herschreven moeten worden dat de
ontwikkelingsdoelen geborgd zijn. Er zal afstand genomen worden van het
klassikale traditionele periode-onderwijs. De oorspronkelijke doelstellingen
hiervan zijn goed te herschrijven naar de projecten. De collega’s geven aan dat het een groot
pluspunt is wanneer de buitenwereld veel meer betrokken wordt bij het
onderwijs, een aspect dat in niet goed zichtbaar was in de school.
De snelle ontwikkeling en
toepassing van moderne media vragen wel een flinke stap in de ontwikkeling van de
organisatie en het personeel. Het zal vragen om flinke aanpassingen in het
gebouw, en een financiƫle injectie hierin.
Maar nog belangrijker, het vraagt
om een enorme bijscholing van het personeel, niet alleen ten aanzien van de
moderne media zelf maar vooral ook ten aanzien van de kijk op digitalisering
voor het onderwijs. Uit gesprekken met collega’s blijkt dat er grote
verschillen zijn in de visie op het gebruik van nieuwe media.
In de vrije school zijn er
nog een behoorlijk aantal werknemers die (deels terecht) nieuwe media vooral
als negatieve kracht zien voor de ontwikkeling van kinderen. De gevaren van robotisering
en nieuwe media moet ook zeker aandacht krijgen in het onderwijs. Echter, het
besluit van de school om gebruik te maken van VAR, Big Data en learning analytics
maakt dat het personeel hiermee goed moet leren om te gaan, zodat de valkuilen
die er ook op de loer liggen bewust vermeden kunnen worden.
Deze nieuwe media blijven een
middel, geen doel op zich. Andere middelen en didactische werkvormen zoals
kunstzinnige werkvormen moeten niet uit het oog verloren worden. De
ontwikkeling van creativiteit en kunstzinnigheid zal bewust een plaats moeten
krijgen binnen de projecten (Zwanenberg, 2015).
Voor de organisatie is het
van belang dat de verandering van beleid richting non-cognitief /
gepersonaliseerd vraagt om een grote herinrichting van het onderwijs. Hiervoor
is het nodig dat een goede change-agent ingezet wordt, die kijk heeft op innovatieprocessen,
het managent kan adviseren vanuit onderzoek, het begeleiden van collega’s in het
verandertraject (Stephan, 2016).
Bronnen:
N.N. (2015). Werkdocument vrijeschoolonderwijs Nederland. Bond van Vrije Scholen. Driebergen. Stephan, D. (2016). Innovatie Analyse. Novalis College. Eindhoven.
Zwanenberg, F. (2015). Inspiratieboekje Vrijeschoolse mediapedagogiek. Vrijeschool Pabo. Leiden.
Dag Danielle,
BeantwoordenVerwijderenHierbij mijn feedback op jouw Quest 3.
https://dl.dropboxusercontent.com/u/63585090/Feedbackkader%20quest%203%202015-2016.docx
Succes!